Citaat uit Het Denken een afwijking
Op weg naar huis voelde ik me vreemd. Er waren twee zijns ervaringen.
Die gespletenheid was niet alleen in mij, maar ook daarbuiten. Angst en kracht. De angst, dacht ik, zou mij kunnen vernietigen. De kracht daarentegen maakte me sterk.
Eenmaal thuisgekomen overheerste de angst.
Die angst was er altijd wel, maar op de achtergrond aanwezig. Door Het Denken kreeg ik hem (tijdelijk) onder controle, maar nooit was hij zo groot en onontkoombaar daar als deze keer.
Tergend langzaam besloop hij me in stille dreiging en waanzin en sloot me onontkoombaar in.
Ik wist niet waar ik uit zou komen toen ik besloot om de angst toe te laten. Het voelde als een stap naar het einde van mijn bestaan, alsof ik alles achter me liet in een sprong naar de dood.
Ik sprong.
De waanzin ving mij op en kroop sidderend omhoog in mijn lichaam. Instinctief en zeker wist ik dat ik de angst met volledige concentratie moest blijven volgen en dat ik niet mijn adem moest inhouden, maar goed moest blijven doorademen....
Zie ook video